Stippenplant stekken

De enthousiaste hobbyist kan veel plezier beleven aan het stekken van planten. Het is niet alleen een leuke bezigheid, het is ook nog eens een milieuvriendelijke manier om nieuwe planten te kweken. In dit blog focussen we ons op het stekken van de stippenplant. Een populaire plant vanwege de witte stippen die verspreid over de bladeren liggen en die de plant een speelse uitstraling geeft. We zullen je stap voor stap vertellen hoe je het beste te werk kunt gaan bij het stekken van deze plant, welke soorten het meest geschikt zijn voor stekken en hoe je de stekken het beste kunt verzorgen om te zorgen dat ze goed groeien.

Stap 1: Kies het juiste moment en materiaal

Het stekken van een stippenplant doe je het best in het voorjaar of de zomer. Het is dan weer warmer en de plant heeft meer energie om de nieuwe stekken te laten groeien. Kies bij voorkeur stengels die vers van de moederplant komen. Neem de stengel met een scherp, schoon mes of schaar af, zorg ervoor dat de stengel 2 tot 3 knopen heeft waar de nieuwe wortels zich kunnen vormen. Verwijder eventueel wat van de onderste bladeren zodat er meer ruimte is om wortels te ontwikkelen.

Stap 2: Het juiste medium

Vervolgens is het belangrijk dat de stek in het juiste medium komt te staan. De meest gebruikte media zijn perliet (een licht mineraal dat veel poriën heeft), vermiculiet (een mineraal dat is uitgezet en daardoor veel luchtholtes heeft), zand of een zaai- en stekgrond. Zorg er wel voor dat het medium vochtig is zonder dat de stekken in het water komen te staan. De stek kan worden aangeplant in een pot of een tray met deksel.

Stap 3: Verzorg de stekken

Om de stekken van de stippenplant goed te laten groeien, is het belangrijk dat ze voldoende vocht hebben. Besproei het medium en de stekken daarom regelmatig met water. In principe hoef je geen extra voeding te geven, maar als je dat toch wilt, kun je er voor kiezen om de stekken eens in de twee weken te voorzien van vloeibare mest.

Stap 4: Plaats de stekken op een goede plek

Zorg ervoor dat de stekken op een plek staan met voldoende licht, maar niet in direct zonlicht. Direct zonlicht kan de stekken uitdrogen. De stekken zijn gevoelig voor temperatuurschommelingen, dus zorg ervoor dat de temperatuur constant is. Een temperatuur van ongeveer 20 graden Celsius wordt aanbevolen voor stekken.

Nu weet je hoe je het best te werk kunt gaan bij het stekken van een stippenplant. Je kunt natuurlijk allerlei soorten stippenplanten stekken; de meest voorkomende soort is de Hypoestes phyllostachya. Daarnaast kun je ook de cultivars ‘Pink Splash’, ‘White Splash’ en ‘Polka Dot’ stekken. Kies vooral de plant die jij het mooiste vindt.

Als je stekken eenmaal geworteld zijn, kun je ze verpotten. Zet ze bijvoorbeeld in een potgrond met goede drainage. Zorg ervoor dat de potgrond vochtig blijft.

Veelgestelde vragen over het stekken van een stippenplant:

1. Kan ik ook stekken nemen van een stippenplant die al bloeit?

Jazeker, je kunt stekken nemen van een stippenplant die al bloeit. Houd er wel rekening mee dat de stekken minder energie hebben om te groeien en dus wat extra liefde nodig hebben.

2. Kan ik stekken nemen van een stippenplant die te groot is geworden?

Ja, dat kan. Het is echter wel belangrijk om te weten dat als een plant te groot is geworden, hij vaak niet goed meer reageert op het stekken. De stekjes hebben dan meer energie nodig om te groeien.

3. Wanneer moet ik mijn gestekte stippenplant verpotten?

Je kunt je gestekte stippenplant verpotten zodra de stekjes wortels beginnen te vormen en je de plant gemakkelijk uit het medium kunt halen. Zet de plantjes dan in een pot met goede drainage. Zorg ervoor dat de potgrond vochtig blijft.

4. Zijn er nog andere tips voor het verzorgen van gestekte stippenplanten?

Ja, het is belangrijk om de stekken niet direct na het stekken te water te geven, anders bestaat de kans dat ze gaan rotten. Spray ze in plaats daarvan handmatig met water. Na het rooten kun je ze wel voorzien van voldoende water. Zorg ook dat het medium niet te nat is om rot te voorkomen. En tot slot: geef ze voldoende licht, maar niet in direct zonlicht.


Geplaatst

in

door

Tags: